Over Thijsse's Nederland

WWW | C Stuivend duin

'Het is heel prettig om op een ruwen najaarsdag den opbouw van ons land te aanschouwen (pag. 21). De wind komt schuin uit zee, het stuifzand knistert om ons heen en prikkelt nek en ooren. En al de grashalmen buigen mee, maar garen tegelijk hun hoopje zand. Wat ze niet vast kunnen houden, komt hooger op wel tot rust en alleen het fijnere stof duikelt over de duinrichel en wordt op de binnenhelling opgenomen in het plantenkleed. Wanneer ook wij op die binnenhelling gaan zitten, dan zijn wij opeens in een andere wereld. Hier is het windstil en voor ons ligt niet de bewogen zee met de witte branding, maar een groene vlakte met hier en daar een waterplas tusschen hoog riet. Daar is ook laag struikgewas van kruipwilg en duindoorn en een enkel berkje.'

< Vorige (Krib bloemen) [C] Volgende (Helmduintjes) >

[...] hoeveel vreugde er aan dit rijke 'bezit' valt te beleven. Ξ Uit het voorwoord van 'Waar wij wonen'.

Deze binnenduinen komen natuurlijk op veel plaatsen langs de kust voor. Het is een mooie prent die alleen dient als sfeerbeeld bij en ondersteuning van de tekst. We weten dat vader en zoon Rol diverse malen in Meijendel
zijn geweest, waarbij Henricus (mogelijk) de Waaiboom in duin heeft gemaakt. Misschien laat Stuivend duin een stuifkuil in Meijendel zien.